De grote bioscoopzaal van filmhuis het NatLab in Eindhoven was vrijdagochtend 24 januari gevuld met alle tweedejaars vmbo-leerlingen. Gezamenlijk gingen ze de stop-motionfilmpjes bekijken die ze de afgelopen periode maakten. Van varkentjes die zwemmen in de modder tot onsterfelijke tovenaars. De meningen over de moeilijkheidsgraad van deze opdracht waren verdeeld. De een vond het heel veel werk en de ander draait in een middag een productie in elkaar.
Pim, Jesse en Dennis maakten een filmpje met als titel ‘Een ochtendwandeling’, waarin een blauw kleipoppetje de hoofdrol speelt. De drie fotografeerden iedere scene. Door deze foto’s achter elkaar te zetten, ontstaat een stop-motion filmpje. “We gebruikten klei, omdat dat het handigste was om ons verhaal te vertellen. Vooraf hadden we een storyboard getekend, zodat we wisten wat we moesten fotograferen”, vertelt Pim. Uiteindelijk vonden ze de hoeveelheid werk wel mee vallen. “We gebruikten een app om er een filmpje van te maken. Als je daar een middag aan zit, dan heb je het wel klaar. Stop-motion is niet zo moeilijk”, aldus Jesse.
In de creatie van Merel, Lotte en Morris was een hoofdrol weggelegd voor potloden. Deze vormden de figuurlijke zee voor het papieren bootje van de dronken zeeman. Zij vonden het maken van het filmpje juist wel veel werk. “De potloden vormden de zee en om die te laten bewegen, moesten we de potloden iedere keer een beetje verschuiven”, legt Lotte uit. Wat ze van deze opdracht geleerd hebben? “Dat je moet doorwerken”, aldus Merel.
Van idee naar resultaat
Door deze opdracht aan de tweedejaars te geven, krijgen de leerlingen een beter beeld van wat er allemaal komt kijken bij een stopmotion filmpje. Niet alleen de hoeveelheid werk: voor iedere scene heb je wel zestig foto’s nodig, maar ook hoe je van het idee op het storyboard een filmpje maakt. En dat het toevoegen van een geluidseffecten en muziek een positieve uitwerking heeft op het eindresultaat.